Dinsdag 13 maart 2012 is de wet normering buitengerechtelijke incassokosten aangenomen. Deze wet is aangenomen door de Eerste Kamer en voegt een regeling toe voor incassokosten aan Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van strafvordering.
Deze wet bepaalt het maximale bedrag dat bedrijven mogen rekenen voor incassokosten bij periodiek terugkerende vorderingen. Dat betekent dat de consument bij rekeningen zoals energie, huur, telefonie etc. geen torenhoge incassokosten hoeft af te dragen bij te late betalingen. De hoogte van de te rekenen incassokosten is vastgelegd in een zogenaamde staffel. In deze staffel zijn vaste percentages bepaald voor de incassokosten bij de verschillende hoogten van de hoofdsom. Bovendien is er een minimaal bedrag van € 40,- bepaalt en een maximum bedrag van € 6.775,- bij bedragen van een miljoen of meer.
Tevens is in de wet normering buitengerechtelijke incassokosten opgenomen dat consumenten eerst schriftelijk op de hoogte gesteld moeten worden van de betalingsachterstand, alvorens er incassokosten in rekening gebracht mogen worden. Na deze schriftelijke aanmaning krijgt de schuldenaar veertien dagen de tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen. Gaat hij binnen veertien dagen niet over tot betaling, dan mogen er incassokosten in rekening gebracht worden.
Met deze wet wil minister van justitie, Ivo Opstelten meer duidelijkheid scheppen voor bedrijven en consumenten over de hoogte van incassokosten. Bovendien wordt hiermee voorkomen dat de consument hoge incassobedragen moet betalen.